Nel Beekers hee de respectabele leeftijd bereikt van 99 jaar en woont nog zelfstandig. Ze heeft wat last van dementie maar met een beetje hulp van GoodDays en veel hulp van haar dochter, komt ze haar dagen goed door. Vandaag is het lekker weer en stel ik Nel voor om samen naar het park te gaan, waarbij ik, in een heel rustig tempo haar rolstoel duw. Zo kan ze alles goed in haar opnemen, want teveel prikkels en dan ook nog eens tegelijk, dat kan ze niet meer aan. Vaak draai ik haar stoel even richting de bloemen die we onderweg tegenkomen zoals lavendel en laat haar deze ruiken. Geuren zijn enorm goed in het terughalen van herinneringen., dus we hebben altijd gespreksstof. Daarnaast houden we beiden van de natuur en met Nel op pad is zeker geen straf.
Maar deze keer heeft ze er niet zo’n zin in, denkt dat het te warm was. Ik probeer haar te overtuigen dat het echt perfect wandelweer is. ‘Wil jíȷ ́ dan naar het park?’ vraagt ze. Ik hoef niet zo nodig naar het park maar ik doe het voor Nel. ‘Jazeker zeg ik. Ik heb er wel zin in!’ ‘Oké’, zegt ze, ‘dan gaan we’.
Ik merk dat ik er blij van word dat ik haar toch nog heb kunnen motiveren om naar het park te gaan. Een frisse neus halen zal haar goed doen. Snel vul ik de thermoskan met heet water, pak een theezakje en stiekem stop ik dit, samen met mijn zelfgebakken cake in een tasje die ik aan haar rolstoel hang. In het park staat een bankje en wat is er leuker dan haar te verrassen en daar samen een kopje thee te drinken.
Normaal rijden we altijd hetzelfde rondje, alsmaar rechtsom. Maar dit keer maken we een rondje linksom want vanochtend heb ik een podcast van Eric Scherder geluisterd. Hij vertelde dat je dementie niet kunt tegenhouden, maar dat je het wel kunt vertragen. Dit doe je door vóór je 30e nieuwe verbindingen aan te leggen door nieuwe indrukken in je op te nemen. Maar ook dat je je hele leven de verbindingen nog steeds kunt voeden en dan op latere leeftijd kunt aanspreken. Iets wat we allemaal nodig zullen hebben als we later ouder worden.
We gaan dus een rondje linksom in plaats van rechtsom. En ontdekken inderdaad andere dingen, zoals kleine kaboutertjes in een boom en zowaar een eekhoorn. De zwarte kat in het gras die ons verbaasd aankijkt, omdat hij ons van de andere kant had verwacht. En dat de veren van een ekster zo mooi donkerpaars schijnen in de zon.
Iets verderop in het park staat het bankje. Heel af en toe is deze bezet en moeten we uitwijken naar een ander bankje wat natuurlijk nooit zo leuk is als ‘ons’ bankje. Deze keer hebben we geluk en halverwege strijken we daar neer en verras ik haar, iedere keer weer opnieuw, met een kopje verse thee en cake. Met ogen zo groot als schoteltjes kijkt ze me dan ondeugend lachend aan. Ik ben verslaafd geworden aan die blik. Daar doe ik het voor..
De hele buurt kent ons al en laten heel toevallig op hetzelfde moment hun hondje uit.
Steevast komen ze onze richting uit en maken we een praatje waarbij Nel glundert
om de vele aandacht.
Nadat de thee en cake op is vervolgen we onze weg en parkeer ik haar rolstoel bij het
parkje met de bloemen, bijgehouden door de buurt. We zijn hier deze zomer bijna
iedere week en zien keer op keer weer andere bloemen bloeien. Ik ken de meeste
Latijnse namen en vertel Nel hoe ze heten.
Ondertussen trek ik een snoeischaartje uit haar zakje in de rolstoel en iets wat we al verschillende malen vaker hebben gedaan, doen we nu weer. Maar nu is het zaterdag en veel drukker in het park dan op een doordeweekse dag. ‘Nel’, zeg ik, ‘ik heb je hulp nodig. Als jij op de uitkijk gaat zitten om te zien of er geen mensen aankomen, dan ga ik wat bloemen voor je plukken. Maar denk erom! Mij wel waarschuwen als er iemand aankomt hè!’
Nel verandert van houding, gaat rechtop in haar rolstoel zitten en zet een partij ogen
op waar een arend jaloers op zou zijn. Vervolgens loop ik de perkjes in en snoei hier
en daar stiekem een takje met bloemen af.
Ik kijk nog even achterom en zie Nel nog steeds spiedend op het puntje van haar
rolstoel zitten.
Daarna stop ik de bloemen in het achterzakje in de rolstoel en als een trotse pauw rijd ik haar tevreden weer naar huis. Zelf ben ik wel een beetje op mijn hoede want ik rijd zeer opvallend met res nullius* rond. Maar tot nog toe heeft Nel de hele zomer bloemen uit haar park!
Thuisgekomen staat de buurman al klaar om ons op te vangen en ons gekscherend te beschuldigen van diefstal. Ik zet Nel weer binnen in haar luie stoel en laat haar nog even nagenieten terwijl ik de bloemetjes op de vaas te zet. Ik zet ze op een plek in haar woonkamer waar ze ze goed kan zien. Volgende week ben ik er een weekje niet omdat mijn ouders 64 jaar getrouwd zijn. Voor de 3e keer vertel ik Nel dat ik een weekje moet overslaan daardoor en er de zaterdag erop weer ben.
‘Hoe lang denk je dat de bloemen blijven staan?’ vraagt ze. Ik kijk haar verbaasd aan en zeg: ‘zeker één week!’
‘Mooi’, zegt ze, ‘dan kan ik de hele week aan je denken’.
-Toinny Lukken, Gooddayer
Augustus 2025
* roerende zaken die aan niemand toebehoren.